relatie
met
Rijck Pietersz Molenaar,
geb. te Emenes; Koptienden Huizen Eerste: 1653-71,
OAH-214 Zout en Zeep-1680: Molenaer,
OAH-214 Zout en Zeep-1680: m: 1, v: 1, kb: 2, in de kost: 1,
ovl. in 1695 te Koptienden Huizen Laatste: 1697-27,
, -
RIJCK PETERSZ MOELENAER
Huizen Koptienden: (1653-71 1697-27):
1653-71: v. Gerrit Jan Rademaker 5 cop
- v. Cornelis Elbertsz Peuselaer 5 cop
t/m 1668-54: Situatie: 1 Spt 2 cop
- Afgezet op onbekende 1 cop
1670-54: Situatie: 1 Spt 1 cop
1671-42: v. Lambert Claesz Schram 1 Spt 5 cop
t/m 1678-38: Situatie: 2 Spt 6 cop
- Afgezet op onbekende 1 Spt
1680-38: Situatie: 1 Spt 6 cop
1697-27: op Jacob Gerritsz Snijder 6 cop 1/4
- op Lambert Jacobsz Ceelewigh 6 cop 1/4
- op Steffen Lubbertsz 1 cop 1/2
-
SAGV155.2-ORA-3232, Beeldnr. 10, xx-07-1651: Tusschen Jan Meijnsz, Rijck Pietersz (molenaersz tot Huijsen) eijsschers ter eenre en Wouter Willemsz molenaer tot Blaricum verweerder ter andere
-
ORA-184-3186A088; 21-04-1654: Crijn Rutten onse buijrman verkocht aen Rijck Pietersz en Jan Meijnsz onse moelenaers een coorn moelen met het huijs staende en gelegen binnen Huijsen. Ende hebben wij ondergeschreven schout en schepenen het ???
Goet van de moelen @ het huijs getaxeert tot gereet gelt waerdich te sijn de somme van f 362
-
ORA-184-3187A289; 19-11-1660: Op 19-11-1660; verkocht Jan Meijnsz Molenaer aan Rijck Pietersz de helft van een wintmolen met sijn toebehoren alsook de helft van het aangrenzende huis staende alhier in het dorp voor f 2550
-
ONA-3679A002; 12-12-1667: Jacob Jansz @ Jacob Evertsz buijrluij tot huijsen verklaren op verzoek van Rijck Pietersz Molenaer aldaer, dat zij ten huize van Jacob Gerritsz buijrmeester tot huijsen elk een half spint boekweijtsmeel werdende 't
selve meel door de huijsvrou van voorn. Jacob Gerritsz uijt sijn buijlkiste gehaelt
-
ORA-184-3189A252; 05-05-1671; Elbert Lambertsz Vos mitsgaders Timen Jansz Wit als vader en voogd van zijn kinderen geprocreeert bij Aeltge Lamberts.
- Item Evert Willemsz als voogd van de nagelaten weeskinderen van Jacob Lambertsz voor hem zelf en voor Claes Pietersz mede-voogd alle in de qualiteit van erfgenamen van Lambert Claesz Schram haer Vader, Grootvader en Schoonvader.
- Item de voorn Elbert Jansz (Lambertsz Vos ??) en Timen Jansz Wit zich sterk makende voor Lambertge Jans woonaghtich tot Hilversum, erfgenaeme van Grietje Teunis in haer leven huijsvrouw van de voorn. Lambert Claesz Schram, en bij Rijck
Pietersz Meulenaer getrouwd met Marij Jans mede-erfgenaem van de voorn. Griet Teunis haer moeder een huijs laatst bewoond door Lambert Claesz Schram en geschat op f 900,- gelegen in het dorp naast Jacob Jansz Backer ten suijden en de weduwe van
Evert Elbertsz ten noorden
-
ONA-3666A092: 19-08-1674; Cornelisz Gerritsz en Theunis Timensz Wit verklaren op verzoek van Jacob Gerritsz Backer dat de boekwijt en gort op de molen van Rijck Pietersz Molenaer zo slecht was gemalen dat Jacob Gerritsz Backer daar grote schade
door leed
-
ONA-3686A121; 14-09-1674; Huwelijkse voorwaarden Steffen Lubbertsz woonachtich tot Blaricum toecomende bruijdegom geassisteert met zijn moeder Aeltje Tijmens weduwe van Lubbert Jansz zaliger ter ene, Bijtje Rijcken wonende tot huijsen
toecomende bruijd geassisteert met haer vader Rijck Pietersz Molenaer ter andere
-
OAH-214 Zout en Zeep-09-05-1680: Molenaer; m: 1, v: 1, kb: 2, in de kost: 1
-
Zie: Kroniek L.R.Lustigh-176-1527; blz. 171/174: 1695.
Uit deze relatie:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
| 1 | Beijtje | †1727 | Huijsen; DTB-20; Papist | 1 | 10 | |||
| 2 | Pieter | 0 | 0 | |||||
| 3 | Jannetje | 0 | 0 | |||||
| 4 | Jacobus | *1669 | Blaricum | 0 | 0 | |||
| 5 | Gerrit | *1655 | 1 | 4 |